top of page

Wachten is wat een tuin overkomt

Vergankelijkheid geeft betekenis aan het leven. Het helpt ons om dingen op waarde te

schatten, te bewonderen, te relativeren. Voor verschillende componisten is dit een grote

inspiratiebron geweest. Wanneer je iemand bent verloren (Ravel), grote eerbied hebt voor

mensen die op het randje van leven en dood nog steeds rocken (Smithuijsen) of een fuga

die geen einde kent omdat je er zelf niet meer bent (Bach).

Een van de hoogtepunten van het programma is de eigen gemaakte bewerking

van “Der Tod und das Mädchen” van Schubert. Bijzonder is de hierop geïnspireerde

vanitas die Syrène heeft laten maken door fotograaf Heidi de Gier. In een timelapse van

duizenden foto’s die achter elkaar worden afgebeeld verandert het beeld langzaam van

vorm. Het zet aan tot denken: waarom zijn we hier? Wat en wie vinden we belangrijk? Hoe

willen we onze tijd doorbrengen?

wachteniswateentuin.jpeg

Wat jij met de tijd doet

is wat een ouwe grootmoedersklok

ermee doet, twaalf uur slaan

en daar alle tijd voor nemen.

Jij bent de klok: de tijd gaat voorbij

maar jij blijft. Jij wacht.

Wachten is wat een tuin overkomt

onder sneeuw, een boomstam

onder mos, hoop op betere tijden

in de 19de eeuw,

woorden in een gedicht

Want poëzie heeft te maken met het lang

samen laten beschimmelen van dingen,

het alcohol worden van druiven,

het konfijten van feiten, het inmaken

van woorden, in de kelder van jezelf.
 

Uit: Herman de Coninck, Twaalf gedichten

Programma

Maurice Ravel (1875-1937)             

arr. C. Enzel

Tombeau de Couperin (1914 -1917)

Johann Sebastian Bach (1685-1750) 

arr. J. Van der Linden                       

Uit: Kunst der Fuge (BWV 1080, 1724)

Contrapunt 14 ‘onvolledig/onvoltooide’

Franz Schubert (1797-1828)  

arr. A. Vrieswijk                         

II Andante con moto

Strijkkwartet nr 14 in d, D810 (1824)

 'Der Tod und das mädchen'

Pieter Smithuijsen (1953)     

Inblazen - uitblazen (2015 in opdracht van Syrène)

bottom of page